Stop met schijnwerpers van je klant pakken

Stop met schijnwerpers van je klant pakken
Om maar meteen schaamteloos met de deur in huis te vallen: jaarlijks kijk ik naar The Passion. Hoewel ik niet gelovig ben opgevoed en geen fan ben van musicals, biedt dit evenement me altijd een bredere kijk op het leven. Tussen het voortkabbelende toneelspel en de zoetsappige liedjes door, zorgt het verhaal van het lijden en sterven van Jezus voor een moment van bezinning. Dit keer werd ik getriggerd door een boodschap die ik wil doortrekken in mijn vakgebied.

De lente is een periode waarin in veel sporten de prijzen worden verdeeld. Prachtige momenten voor de teams en sporters. Hun werk in de schaduw komt tot uiting op het grote toneel. Echter ontstaat er ook een ander fenomeen: ondersteunende specialisten die in het kielzog van de teams en sporters meeglippen naar de schijnwerpers. Daar op het grote toneel - in de media - schreeuwen ze om aandacht en erkenning. Van mindset coaches, tactische coaches, ademcoaches, fysieke trainers, leefstijlbegeleiders tot en met de jeugdtrainers van vroeger: iedereen lijkt een glimp van het succes te willen opvangen. Maar wie heeft hier baat bij?

De laatste jaren zijn er steeds meer specialistische hulpverleners bijgekomen in de topsport. Waar voorheen een trainer en een assistent-trainer voldoende waren, vormt een staf bij een gemiddeld topsportteam tegenwoordig veelal meer dan tien ondersteunende functies. Van videoanalisten en data-analisten tot fysieke specialisten, voedingsdeskundigen en mentale coaches. Dit is een enorme vooruitgang, omdat de individuele groei en de teamontwikkeling nu nog beter worden begeleid. Bovendien is er steeds meer aandacht voor het welzijn van de mensen binnen topsportorganisaties. Waar vroeger extra trainen in het krachthonk een schande was, spreekt de nieuwe generatie topsporters tegenwoordig openlijk over zaken als welzijn en prestatiedruk.

Keerzijde

Hoewel de toename van specialisten in topsportteams een positieve ontwikkeling is, heeft dit dus ook een keerzijde: de profileringsdrang van de hulpverleners. Ze willen erkenning en hangen hun eigen identiteit op aan die van hun klanten. Van de tactische coach die Jantje liet presteren, de ademcoach die Marietje hielp met stressreductie, tot de mentale coach die zegt Team X te helpen richting een gouden medaille. Hoewel het voor de buitenwacht interessante verhalen zijn, worden ze steeds vaker verteld door de verkeerde persoon: de hulpverlener zelf. Er wordt in allerlei artikelen, video’s en podcasts gestrooid met bekende namen.

Heel even terug naar een scene uit The Passion. ‘Ook Judas heeft het moeilijk’, zegt verteller Thomas van Luyn. ‘Jezus heeft hem gezegd dat hij belangrijk is: het zout der aarde. Maar Petrus lijkt nu ineens belangrijker geworden dan Judas. ‘Wie is het belangrijkst in Gods koninkrijk?’, vraagt hij. ‘Hallo, tel ik nog mee?’, dat is de hartenkreet van mensen die zich ongezien en onbelangrijk voelen.’.

Net als Judas in The Passion laten veel hulpverleners in de topsport zich leiden door hun ego, het stemmetje dat ze niet belangrijk genoeg gevonden worden door anderen. Dat ze misschien niet goed genoeg zijn. Ze identificeren zichzelf daardoor in grote mate met de status en prestaties van hun klanten. Hoe bekender en succesvoller hun klant, des te meer betekenis ze lijken te hebben als hulpverlener. Dit is uiteraard een misvatting.

Bewustzijn

Als mens is het van groot belang om je bewust te zijn van je eigen pijn, trauma's en onzekerheden. Echter komt dit bewustzijn onder mensen in en rondom de topsport nog maar weinig voor. Veel ondersteunende specialisten zijn nog niet volledig hersteld van hun eigen kindertrauma's en zijn het vak ingegaan als een manier om te overleven. Ze voelen zich nuttig, waardevol en erkend als ze belangrijk lijkende mensen kunnen helpen. In plaats van hun eigen pijn aan te kijken, richten ze zich op het welzijn van anderen. Het gevolg is dat het welzijn en succes van hun cliënten ook voelt als het welzijn en succes van de hulpverlener zelf.

Er zijn de laatste jaren ook buiten de topsport een enorm aantal hulpverleners, zoals bewustzijnscoaches en levenscoaches, die openlijk hun eigen ervaringen met trauma en pijn online delen. Maar de vraag is of ze deze pijn daadwerkelijk hebben verwerkt of dat ze alleen kennis hebben van hun eigen pijn. Het hebben van kennis is namelijk niet genoeg: het gaat erom dat je je eigen thema’s ook daadwerkelijk hebt doorleefd en aangepakt. Als je je eigen proces nog niet daadwerkelijk hebt doorleefd, dan is elke ervaring die je deelt op sociale media voornamelijk een overlevingsmechanisme om gezien te willen worden als iemand die openlijk heel kwetsbaar durft te zijn. Mijn advies: doorleef je eigen proces in stilte om van daaruit je klanten op een zuivere manier te helpen.
Mijn ethische waarde is dat ik nooit in de media de naam van mijn klanten of informatie over hun processen zal bespreken. Hoewel mijn klanten vrij zijn om openlijk over onze samenwerking te praten, zal ik dat inhoudelijk nooit andersom doen. Als ik dat wel zou doen, zou ik mijn eigen belang boven dat van mijn klant stellen. Hoewel de verhalen van mijn klanten met naamsbekendheid geweldig zouden zijn voor mijn marketing, zou het gebruik van hun verhalen voor mijn eigengewin vooral betekenen dat ik mijn onafhankelijkheid verlies. Dat ik mijn klant in privacy-onveiligheid zou brengen. Een systemische doodzonde.

Rat race

Ja, ik snap wat je aan het doen bent. In de topsport is het namelijk heel verleidelijk om mee te doen aan ‘de rat race van gezien willen worden’. Banen worden regelmatig vergeven aan mensen met de grootste mond of de beste persoonlijke marketing. Je ziet overal om je heen concurrentie. Besef echter dat jouw naam alleen rond hoeft te gaan in de veilige omgeving van de kleedkamer. Verhalen in de media zijn leuk, maar besef dat dit een kortstondig iets is. Juist die interessante klanten zullen op termijn afknappen op jou. Ze zullen jou verlaten en op zoek gaan naar professionals die hun plek in het systeem wel goed kennen. Die ze veiligheid bieden om zichzelf te kunnen zijn.

Denk aan het belang van jouw klant. De topsporter of de artiest, wiens bekendheid sowieso al zorgt voor veel onveiligheid. Iedereen wil iets van ze. Iedereen hunkert naar hun bekendheid. Maar wie is nog geïnteresseerd in de mens daarachter? Als ondersteunende specialist is het puur jouw taak om zorg te dragen voor die mens. Dat vergt een ethisch gevoel voor privacy. Bij jou kan een bekend persoon zichzelf zijn, bij jou is de veiligheid om kwetsbaar te zijn. Bewaak dat. Jouw verhaal in de media werkt averechts voor je klant.

Verschijn in de media

Dus aan alle ondersteunende specialisten: als je behoefte hebt om in de media te verschijnen, doe dit dan alleen om te praten over jouw vakgebied en om inhoudelijke kennis te delen. Dit is namelijk een belangrijk onderdeel van je werk. Maar als er vragen worden gesteld over jouw klanten of het proces dat je met hen doorloopt, moet je de interviewer begrenzen en 'nee' zeggen. Elke 'ja' die je geeft, komt voort uit je eigen behoefte aan erkenning.

Voor mij is elke topsporter een mens. Een proces met een oud-topsporter die in de schaduw aan haar comeback in de maatschappij werkt, kan me bijvoorbeeld evenveel voldoening geven als werken met een succesvolle sporter onderweg naar de Olympisch Spelen. Het zegt namelijk niets over de kwaliteit van mijn werk, die status of bekendheid van mijn klant. De enige manier om structureel kwaliteit en ondersteuning te kunnen leveren in deze markt is je rol in het systeem kennen en aanvaarden. Je bent ondersteunend aan je klant. Ik werk met mensen, niet met namen.
Terug naar blog

1 reactie

Wat fijn om deze blog en hartekreet te lezen Daan. Helemaal eens met je stelling dat je als begeleider/hulpverlener juist veiligheid en inbedding geeft als je niet zelf met de namen van je ‘bekende’ cliënten strooit. Dank voor je reflectie!

loes

Reactie plaatsen